zondag 21 september 2014

Bestemmingsplanvrijstelling artikel 19 WRO

Bestemmingsplanvrijstelling artikel 19 WRO

Naam:
Bestemmingsplanvrijstelling artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO).
 
Beschrijving:
Een bestemmingsplanvrijstelling artikel 19 WRO geeft toestemming om in strijd met het geldende bestemmingsplan te bouwen, grondwerken te verrichten of een bouwwerk of perceel te gebruiken. Er zijn drie typen vrijstellingen.
Op basis van artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening kan er vrijstelling worden verleend voor het (ver)bouwen van bouwwerken (bouwvergunning), het uitvoeren van grondwerken (aanlegvergunning), of voor het gebruik van een bouwwerk of perceel in strijd met het bestemmingsplan, maar waartegen geen bezwaren bestaan.
Als een aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan moet eigenlijk het geldende bestemmingsplan worden aangepast. Dit is een langdurig proces. Door het volgen van een artikel 19 vrijstellingsprocedure hoeft niet te worden gewacht met het verlenen van de vergunning, totdat het aangepaste bestemmingsplan van kracht is geworden. Het bestemmingsplan kan waarnodig in een later stadium worden aangepast.
 
Op basis van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen van het geldende bestemmingsplan. Er zijn drie typen vrijstellingen:
- Artikel 19 lid 1: de zelfstandige projectprocedure
De gemeente kan vrijstelling verlenen van een bestemmingsplan, mits het project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vooraf van de provincie een verklaring van geen bezwaar is ontvangen. Het begrip project wordt in de wet niet nader omschreven. Feitelijk kan een zelfstandige projectprocedure overal voor worden gebruikt.
-  Artikel 19 lid 2: de aangewezen projectprocedure
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bestemmingsplan in door de provincie, in overeenstemming met de Inspectie Ruimtelijke Ordening, aangegeven categorieën van gevallen, mits het project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing.
-  Artikel 19 lid 3: de algemene vrijstellingsregeling 
 
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bestemmingsplan in bij Algemene Maatregel van Bestuur aan te geven gevallen. De gevallen waarop artikel 19 lid 3 betrekking heeft, staan genoemd in artikel 20 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening.
 
Voorwaarden:
Iedereen die van plan is:
-  een bouwwerk te realiseren
-  een bouwwerk of perceel te gebruiken
-  grondwerken uit te voeren
in strijd met het bestemmingsplan, kan vrijstelling aanvragen.
 
Aanvraag:
Een vrijstelling artikel 19 lid 3 wordt in de meeste gevallen automatisch aangevraagd met het indienen van een bouwaanvraag. In het geval dat de vrijstelling zelf aangevraagd moet worden, dient de aanvraag schriftelijk te gebeuren door middel van een brief aan de gemeente.
Het verdient aanbeveling alvorens de aanvraag in te dienen, in overleg te treden met de dhr. r. Berendsen van de cluster BBZ.
 
Benodigde gegevens: - Als een artikel 19 lid 3 WRO-procedure wordt gevolgd voor bouwvergunningsplichtige activiteiten is een verzoek om vrijstelling artikel 19 lid 3 WRO inbegrepen in een bouwaanvraag. Er zijn geen extra gegevens nodig.
-  Als een artikel 19 lid 3 WRO-procedure wordt gevolgd voor het wijzigen van het gebruik of voor aanlegactiviteiten en er worden geen bouwvergunningsplichtige activiteiten verricht, kan in de meeste gevallen worden volstaan met de volgende gegevens:
o naam en adres van de aanvrager
o adres van het gebouw of perceel
o omschrijving van het gewenste gebruik of van de gewenste aanlegwerkzaamheden
De gegevens die voor een artikel 19 lid 3-procedure nodig zijn, zijn ook nodig voor een artikel 19 lid 1- en artikel 19 lid 2-procedure. Daarnaast is voor een artikel 19 lid 1- of artikel 19 lid 2-procedure een goede ruimtelijke onderbouwing noodzakelijk.

Kosten: 
De leges worden conform de legesverordening berekend. 
 
Wet- en regelgeving: Wet op de Ruimtelijke Ordening en Besluit op de Ruimtelijke Ordening.

WMO 2015 met o.a. Nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) per 1 januari 2015

WMO 2015: Zoveel mogelijk mensen laten meedoen aan de samenleving en zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen

Nieuwe wet langdurige zorg (Wlz)

Nieuwe cliënten moeten een aanvraag doen via ciz.nl. Het CIZ beoordeelt per aanvrager de situatie en het verzoek. U kunt ook kiezen voor zorg thuis, maar alleen als de zorg thuis verantwoord is en de kosten niet hoger zijn dan opname in een instelling. Cliënten die zorg thuis willen ontvangen, kunnen kiezen tussen het persoonsgebonden budget (pgb) en het volledige pakket thuis (vpt). Op grond van de Wlz kan de woning worden aangepast. De eisen voor pgb en vpt worden wel aangescherpt.

Zorgverzekeringswet (Zvw)
Medische en verpleegkundige zorg is geregeld via de Zorgverzekeringswet (ZvW). Hieronder vallen per 1 januari ook hulp bij persoonlijke verzorging (hulp bij douchen, toiletgebruik, aankleden, eten, drinken en eenvoudige verpleegkundige handelingen) en verpleging van mensen met een lichamelijke aandoening. Deze taken vallen nu nog onder de AWBZ, maar vervalt per 1 januari. De wijkverpleging krijgt dus een belangrijke rol, omdat ze meer verpleging en verzorging aan huis gaan leveren. Het doel is om mensen langer thuis te laten wonen. Ook de langdurige GGZ (psychiatrische zorg) wordt de verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars. De ZvW wordt uitgevoerd door de eigen zorgverzekeraar.

Jeugdzorg

In de Jeugdwet wordt de jeugdzorg geregeld. In de jeugdzorg krijgen kinderen, jongeren en hun ouders gedwongen of vrijwillige hulp bij opgroei- en opvoedproblemen. Nu al is de gemeente verantwoordelijk voor opgroei- en opvoedondersteuning en de gezondheidszorg voor jeugdigen. Per 1 januari 2015 wordt dit uitgebreid met hulp en ondersteuning aan kinderen met een beperking, geestelijke gezondheidszorg voor kinderen/jeugdigen tot 18 jaar, jeugdbescherming en jeugdreclassering.

Internetsites:
www.zorghulpatlas.nl
www.rijksoverheid.nl
www.degemeente.nl