De Amberboom (Latijnse naam: Liquidambar styraciflua "Worplesdon")

De Amberboom (Latijnse naam: Liquidambar styraciflua "Worplesdon") wisselt zijn kleur van groen naar geel en oranje tot purperrood. De kleurwisseling staat symbool voor de fusie en de verbinding tussen stad en land als herinnering voor de bewoners.

Groen is globaal onder te verdelen in:

• Gras en kruiden (vegetatie);
• Bosplantsoen (snel groeiend ratjetoe aan beplanting);
• Heesters of struiken. Heesters worden ook wel struiken genoemd;
• Vaste planten (sterven af in de winter tot op het maaiveld, komen het volgende seizoen weer op);
• Bomen.

Bosplantsoen wordt vaak geklepeld met een klepelbak van bijvoorbeeld een maaier van de firma Herder. Ook de struiken en de heesters worden met een klepelmaaier gesnoeid.

Grond bewerken voor gazon:

- Frezen;

- Eggen;

- Egaliseren;

- Zaaien.


Scheuren is het stuk frezen van de grond en dan spitten of ploegen. Hierna kan er geëgaliseerd worden. Scheuren is een combinatie van het frezen van de grond met spitten of ploegen.

Ploffen bij bomen is rondom de boom met stangen de grond in om de grond losser te maken.

Schade aan bomen wordt berekend aan de hand van het "Rekenmodel Boomwaarde". Het Rekenmodel is opgezet door de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NTVB).

De Japanse notenboom Ginkgo biloba van het vrouwelijk geslacht heeft na enkele jaren van groei vruchten die stinken naar hondenpoep. De vruchten zitten aan de bomen in de periode van oktober tot december.