dinsdag 17 juni 2008

Leeuwarden


Als Giethoorn “het Venetië van het noorden” genoemd wordt, is Leeuwarden “het Pisa van het noorden”: de Friese hoofdstad heeft een toren die een paar meter uit het lood staat.

Voor het mooiste uitzicht over de stad Leeuwarden hoef je de 183 treden van de Oldehove niet op. De veertig meter hoge “scheefste toren van Nederland” valt in het niet bij de glazen kantoorkolos van verzekeraar Achmea, verderop, bijna drie keer hoger.
Zo hoog had Oldehove eigenlijk moeten worden, want bouwmeester Jacob van Aaken wilde in de zestiende eeuw een toren bouwen die op z’n minst boven de Martinitoren van eeuwige concurrent Groningen uitstak; en misschien ook nog wel hoger was dan de Utrechtse Dom. Maar dat lukte niet. De toren verzakte al tijdens de bouw en de bouwmeester zou, zo wil het verhaal, van schaamte en chagrijn zijn gestorven. Zijn hedendaagse vakgenoot Abe Bonnema bereikte zijn doel wel, want de toren van Achmea is met 115 meter mooi 2,5 meter hoger dan de Dom. Gerechtigheid voor Ljouwert.
Oldehove hangt inmiddels 1,81 meter uit het lood en dat is vier centimeter minder dan een paar jaar geleden. Een grote bouwput aan de voet van de toren deed hem ietsje terugkantelen. Natuurlijk, het is niets vergeleken met La Torre Pendente in Pisa, die 5,2 meter overhelt, maar het gaat om het idee. En deze scheve en kromme toren beklimmen, hoort bij een bezoek aan de Friese hoofdstad.
“Terpen in de luwte” zou de betekenis van de stadsnaam zijn, een stad gebouwd op drie terpen aan de Middelzee. De bouwput bij Oldehove –een van die terpen- leverde nog wat op: vondsten van bewoning die teruggaan tot de Romeinse tijd. Een bronzen Pieter Jelles Troelstra, socialistisch en revolutionair voorman en dichter uit het vorige eeuw, slaat al deze oudheid stilzwijgend gade.
Leeuwarden heeft een paar leuke wandelroutes, die de geheimen van de compacte historische binnenstad, omsloten door een grachtengordel, blootleggen. De stad telt 550 rijksmonumenten en is volgens de VVV “de meest onderschatte binnenstad van ons land”.
We slenteren door straatjes en steegjes en over pleintjes, levendig en sfeervol. Terrasjes zat, en vele malen intiemer dan die kale vlakte net buiten de gracht die Zaailand heet. Maar die gaat op de schop.
Lopend vanaf Oldehove door de Kleine Kerkstraat naar de kade passeren we nog een bronzen socialist: Anne Vondeling. Er is veel contrastrijk rood in deze ooit chique stad van de Nassaus: zonder deze Friese adellijke tak zou ons koningshuis reeds lang zijn uitgestorven. Gemengde gevoelens dus voor wie republikein is; ware Oranjefans komen, met al die naweeën van dat vorstelijk verleden, tijd te kort. Niet voor niets is Leeuwarden opgenomen in de Nederlands-Duitse Oranjeroute.

We willen de stad ook vanaf het water zien en maken een tocht in een open praam vanaf de Nieuwestad, ooit de grens met de Middelzee. We varen langs statige herenhuizen, monumentale winkelpanden en trapgeveltjes, waar marskramers uit het Duitse Westfalen ooit hun eerste nering begonnen: de gebroeders Claus en August (C&A) Brenninkmeijer, later gevolgd door die andere linnenhandelaren: Dreesman, Peek & Cloppenburg, Kreymborg, Hunkemoller.
We tuffen langs kades met drukbevolkte terrasjes, langs de woonwinkel van Slauerhoff, vangen bij de Kelders een glimp op van Mata Hari, zien de apotheek in Jugendstil en ronden bij de Hoeksterpoortbrug een van de dwingers: oude verdedigingswerken. De stad heeft geen stadswal, die de binnenstad de vorm van een diamant gaven.
Met een andere boot varen we ook nog even langs het ouderlijk huis van Geert Mak en over de Bonkevaart, waar de Elfstedentocht altijd eindigt. Uit de volksverhalen blijkt dat de schaatstour geen sportieve, maar een zakelijke achtergrond had: de kroegbazen wilden meer omzet.
Leeuwarden – ze spreken hier geen Fries, maar plat Liwwarders – heeft bijzondere relaties met kunst en literatuur. Schrijvers, dichters en andere bekende Nederlanders hebben er hun sporen achtergelaten, natuurlijk ook grafisch virtuoos Escher en detectiveschrijver Havank. De stad wijst daar wel op, maar dat mag best wat uitbundiger. Zoals bij het Fries Museum en het Princessehof, die wel met gepaste trots hun oude en nieuwe collecties uitdragen. De verzameling van het Fries Museum, met een indrukwekkende collectie Fries zilver, geeft een impressie van de rijke historie van deze streek.
En het Princessehof, dat zich afficheert als het Nederlands centrum voor keramiek, prijst zich gelukkig met een imposante verzameling groen keramiek uit China: Celadon, en met de grootste collectie tegels ter wereld.

VVV Leeuwarden, tel. 0900-2024060
http://www.vvvleeuwarden.nl/
Varen: http://www.praamvaren.nl/
http://www.rondvaartleeuwarden.nl/

Geen opmerkingen: