Posts tonen met het label wandelroute. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wandelroute. Alle posts tonen

maandag 14 juni 2010

Blokhuizen als bouwpakket


Als de wandelaars het dorp Heiloo uitlopen en (over de Kerkelaan) het Heilooër bos ingaan, komen ze (aan de rechterkant) twee markante villa's tegen. Zwarte blokhuizen met een monumentale status. De Specht en 't Stet.

Ze zijn monumentaal, want er staan er nog maar zo'n 25 van in Nederland. Weet J.J. Dekker, die het blokhuis Lutine aan de Kennemerstraatweg bewoont. Zijn vader kocht het in 1930, tien jaar nadat het huis gebouwd werd.
Er waren vier blokhuizen in Heiloo. Eentje daarvan is in 1944 door de Duitsers gesloopt. Bij de aanleg van verdedingswerken stond de woning namelijk in het schootsveld. Overigens staat er nog één in Egmond aan Zee: De Geveerde Kikker (http://www.geveerdekikker.nl/).

De Geveerde Kikker is gebouwd in 1922. Het huis is als bouwpakket ontworpen en gefabriceerd door de firma Christoph & Unmack uit Niesky in Silezië. In het begin van de twintigste eeuw zijn tientallen van deze huizen in Nederland gebouwd waarvan nog een dertigtal bewaard is gebleven. De Geveerde Kikker is door een Alkmaarse zakenman als weekendhuis gebouwd maar deze heeft het al na een paar jaar verkocht aan een arts uit Amsterdam. Deze bracht met zijn gezin vele vakanties door in zijn Egmondse huis, tot hij er na zijn pensionering permanent in ging wonen. In 1982 overleed hij op 100-jarige leeftijd en kwam het huis in handen van de huidige eigenaars.De Geveerde Kikker is het oudste nog bestaande huis aan de Boulevard van Egmond aan Zee. Een aantal malen is het bijna ten onder gegaan. In de oorlog lag het gelukkig net buiten het gebied dat door de bezetter werd gesloopt. Duitse officieren hebben toen enige tijd in het huis gewoond. Ook in het recente verleden zijn er plannen geweest het huis te slopen maar dit hebben de eigenaars steeds weten tegen te gaan. Sinds enige jaren is De Geveerde Kikker een beschermd rijksmonument.

De Specht en 't Stet staan in het uiterste zuiden van het Heilooër bos. De familie Van Foreest, de eigenaar van het landgoed Nijenburg en ook van het bos, had geld nodig en richtte in 1916 de Exploitatiemaatschappij Nijenburg op. Percelen werden verkocht voor woningbouw. Latere uitbreidingsplannen die ten koste van het bos zouden gaan, stuitten op veel verzet. Natuurmonumenten kocht het bos in 1928.

De fabrikant van de villa's was Christoph & Unmack in het stadje Niesky, in het toenmalige Silezië. De huizen kwamen als bouwpakket naar Nederland. In Duitsland werden ze in een grote loods eerst helemaal opgebouwd. Elk element werd van een nummer voorzien. Het huis werd vervolgens uit elkaar gehaald en ging per trein naar Nederland.
In Amsterdam had de fabriek een agentschap. Duitse arbeiders gingen mee naar Nederland om het bouwpakket weer in elkaar te zetten. Dat duurde zo'n vier maanden. Eigenlijk een voorloper van prefab.
Kenmerkend van de blokhuizen is de constructie. De enkelvoudige wanden bestaan uit opeengestapelde grenenhouten balken van zeven centimeter dik met sponning en doorgezette hoeken in halfhoutse verbinding. Vloer-, wand- en daksystemen waren standaard net als ramen, deuren en trappen.
Na negentig jaar staan de woningen er nog piccobello bij. Uiteraard moeten ze wel onderhouden worden. Niet geschilderd, er moet lijnolie op. Daarin zit een verhardingsmiddel. Na al die jaren zitten er zo veel lagen op het hout dat behandeling niet meer nodig is. Maar voor het fraaie, zeker op de delen waar de zon op staat, doet Dekker het nog wel. En voor zestig euro kwast je het hele huis.

donderdag 14 augustus 2008

Wandelen in Broek in Waterland


Wandelroute in de omgeving van Broek in Waterland nabij Amsterdam

dinsdag 3 juni 2008

Nederland: het geheim van Olst

In 1953 werd in het grootste geheim besloten om in het oosten van Nederland een geallieerde verdedigingslinie aan te leggen, tegen de Russen. Langs die werken ligt nu een wandelroute.

Het had op 14 oktober 1962 een beetje geregend. Maar voor de rest was het al wekenlang droog geweest in Nederland. Zo ook in Duitsland en Zwitserland. Des te verwonderlijker was het dat op de 21ste van die maand plotseling het water in de uiterwaarden van de Yssel tussen Deventer en Zwolle begon te stijgen. Rioleringen in Deventer stroomden over en boeren in het buitengebied rond Olst en Wijhe klaagden er over dat ze met hun trekkers wegzakten in de modder.
In de lokale krant liet de burgemeester van Deventer weten dat de problemen in zijn stad veroorzaakt waren door een breuk in de hoofdwaterleiding. Ook elders in de Ysselvallei probeerden burgers gerust te stellen. Er was sprake van natuurlijk kwelwater, verplaatsing van grondwaterstromen of weigerende drainagesystemen. Allerlei verklaringen werden gegeven. De boodschap was overal: de problemen zijn van tijdelijke aard. En inderdaad, rond 15 november was de situatie vrijwel overal al weer normaal.
Nergens is in die periode een verband gelegd tussen de merkwaardige verschijnselen en de waterwerken die er in de jaren daarvoor overal langs de Yssel waren uitgevoerd. En de enkelen die dat wel deden, zoals twee journalisten van de Deventer courant, werden op discrete, maar dringende wijze verzocht er het zwijgen toe te doen.
De natte voeten die sommige bewoners van de Ysselvallei in oktober 1962 plotseling hadden opgelopen, waren namelijk het directe gevolg van de eerste fase van een geheime militaire operatie. Deze operatie met de codenaam Bazuin behelsde de inwerkingstelling van de Yssellinie.
In 1953 was in het grootse geheim besloten om, vanwege de toenemende spanning tussen oost en west, in het oosten van Nederland een laatste geallieerde verdedigingslinie aan te leggen. Deze linie zou bestaan uit een ingenieus systeem van dijken, sluizen en afdammingen, waardoor in geval van oorlog de hele oostelijke oever van de Yssel onder water gezet kon worden. Van Ysselmuiden bij Kampen tot de Ooijpolder bij Nijmegen (een afstand van meer dan 120 kilometer), kon binnen tien dagen een ondoordringbare, gemiddeld zestig centimeter diepe watervlakte worden gecreëerd. Dit water, dat te diep was om doorheen te waden en niet diep genoeg om te bevaren, moest de Russische opmars in de richting van de Noordzeekust ten minste met twee weken kunnen vertragen. In die tijd konden de geallieerden via de West-Europese havens hun versterkingen aanvoeren.
“Als je er nu op terugkijkt, is het ongelofelijk dat dit gigantische project al die jaren geheim is gebleven.” Willem Timmerman is de voorzitter van de Stichting Yssellinie, een club die zich inzet om de laatste restanten van dit enorme project voor de toekomst te bewaren. Om een idee te geven van de omvang van de waterbouwkundige werken: “Twee gigantische drijvende stuwen, die in Waal en de Rijn, moesten worden afgezonken waardoor al het water uit Duitsland de Yssel in werd gedwongen. Extra waterkeringen om eventueel teveel aan water te kunnen keren. Versteviging van alle Rijn- en Waaldijken in het voorland, aanpassingen van waterwerken langs de Yssel, een extra mobiele stuw bij Olst. Vier inlaatwerken in de Ysseldijk waarmee het waterpeil geregeld kon worden. Extra sluizen bij de monding van de rivier waarmee het noordelijk deel van het vallei met Ysselmeerwater kon worden geïnundeerd. En dan heb ik nog niet eens over de talloze verdedigingswerken.
Omdat na de Cubacrisis de militaire situatie in Europa drastisch veranderde – de West Europese verdediging schoof steeds verder naar het oosten – nam het strategische nut van de Yssellinie sterk af en in 1968 werd alweer een begin gemaakt met de afbraak ervan.
“Die afbraak ging eigenlijk net zo geruisloos als de opbouw,” zegt Timmerman. “Als militaire objecten in de uiterwaarden bijvoorbeeld compleet verdwenen. Van de havens waar de stuwen werden opgeslagen is ook niets meer over. Eigenlijk is alleen in de omgeving van Olst nog veel bewaard gebleven. Deels omdat men het daar gemakkelijker vond installaties gewoon met een laag klei of zand af te dekken en deels door toeval.
Eind jaren tachtig begonnen sommige bewoners in de omgeving van Olst zich te interesseren voor die paar op dat moment nog zichtbare bunkers en ook werd toen voor het eerst serieus historisch onderzoek gedaan, omdat toen de geheimhoudingsplicht verviel.
Dankzij het werk van de midden jaren negentig opgerichte Stichting Yssellinie zijn intussen een behoorlijk aantal militaire en waterbouwkundige werken in de omgeving van Olst en Wijhe aan een nieuwe geschiedenis begonnen. Zo beheert de stichting op het landgoed de Haere de voormalige commandobunker en het oude hospitaal. Deze zijn zoveel mogelijk in originele staat teruggebracht. Dat zelfde geldt voor kazematten en bunkers die rondom de belangrijke stelling van Olst lagen. Al deze objecten zijn nu ook op gezette tijden te bezichtigen voor het publiek.
Onlangs is ook de restauratie van het imposante inlaatwerk in de Ysseldijk afgerond. Bij dit waterbouwkundige werk begint een fraaie wandeling. Die voert langs de commandobunker, het veldhospitaal, twee voormalige kazematten en verscheidene mitrailleurstellingen. Wie dan nog niet genoeg heeft, kan naar de Ysseldijk waar nog een ingemetselde tankkoepel staat.
Bij alle verdedigingswerken die nog te zien zijn heeft de Stichting duidelijke infopanelen laten zetten waarop de bezoeker iets wordt uitgelegd over het object. Ook worden op aanvraag rondleidingen gegeven. Voor een complete rondgang langs de overblijfselen van de Yssellinie rondom Olst is zo’n drie uur nodig. Wie echt alles wil zien, kan ook nog met de pont naar de andere kant voor de commandobunker van de Luchtafweer (LAACC). Dit opvallende betonnen gebouwtje staat recht tegenover het inlaatwerk aan de andere oever.
In de toekomst hoopt de Stichting Yssellinie nog meer bunkers, die nu nog onder het zand liggen, schoon te maken en te restaureren. De eerste stap daarvoor is onlangs gezet. Er zijn bij een “kijkoperatie” vier nieuwe bunkers gelokaliseerd in het talud van de winterdijk. Er is al een plan opgesteld om die vrij te maken en te restaureren.
Alleen de financiering is nog niet rond. Maar dat komt volgens Timmerman wel voor elkaar. “Want ik merk op alle niveaus een enorme belangstelling voor dit geheel bijzondere stukje van onze jongste geschiedenis”.

Elke eerste zaterdag van de maand zijn alle objecten op het landgoed de Haere open voor het publiek van 13-16 uur. Op zaterdag 7 oktober zijn er ook rondleidingen. Zaterdag 21 is er een grote, begeleide wandel- en fietstocht langs alle bunkers.
Info: http://www.yssellinie.info/